Veranderingen in het onderwijs

Het onderwijs is al eeuwenoud. Voordat de leerplicht werd ingevoerd leerden mensen beroepen in de praktijk. Verreweg de meeste bedrijven gingen over van vader op zoon. Een bakker leerde zijn zoon hoe hij een brood moest bakken, en een schoenmaker leerde zijn zoon alles over schoenen.

Er bestond wel onderwijs dat vooral gegeven werd door kerkelijke instituten die bezocht werden door elite. In Nederland werd de leerplicht in 1900 ingevoerd. Toen werden er echter nog uitzonderingen gemaakt voor kinderen van boeren die op het land mee moesten helpen, en meisjes die in de huishouding nodig waren. Pas in 1969 werd er een leerplichtambtenaar aangesteld die controleerde of de leerplicht werd nageleefd.

Naast een plicht werd onderwijs ook een recht. Ieder kind kreeg het recht om basiskennis te verwerven en te leren lezen en schrijven. Voortgezet onderwijs was gericht op het leren van een beroep waarmee men later inkomsten kon verwerven. Dit laatste is nog steeds het geval. Er is wel een duidelijke verschuiving van het voornamelijk kunnen verwerven van inkomsten, naar het hebben van een leuke, zinvolle dagbesteding. Persoonlijke ontwikkeling speelt een steeds prominentere rol in het onderwijs. Dit komt al in het basisonderwijs tot uiting door een enorme variëteit aan verschillende vormen van onderwijs waar ouders uit kunnen kiezen. Vaak wordt er gekozen voor kleinere klassen, zodat de kinderen meer persoonlijke aandacht krijgen tijdens het leerproces.

De maatschappij is de afgelopen eeuw op allerlei gebieden in een sneltreinvaart getransformeerd. Hierdoor zijn er ontelbare beroepskeuzes gekomen. Een groot voordeel hiervan is dat iedereen uiteindelijk wel een beroep kan vinden dat echt bij hem of haar past. De keerzijde hiervan is echter dat veel jongeren door de hoeveelheid aan keuze niet meer kunnen overzien wat voor hen de beste keuze is. Tegenwoordig is het daardoor een trend om na het voortgezet onderwijs een tussenjaar te nemen. Veel jongeren gaan in dit tussenjaar reizen of werken om eerst zichzelf beter te leren kennen, voordat er een studiekeuze wordt gemaakt. Daarnaast is het algemeen geaccepteerd om halverwege te stoppen met een studie en over te stappen naar een andere studie die beter lijkt te passen bij het individu.

Volwassen onderwijs komt meer in trek. Regelmatig kiezen mensen er op latere leeftijd voor om zich om te scholen zodat ze een ander beroep kunnen gaan uitoefenen. Persoonlijke ontwikkeling en verandering van interesses lijkt hierbij meer van invloed dan de hoogte van het te verwerven salaris.

Technische ontwikkelingen gaan gestaag door in een razendsnel tempo. Hierdoor is het lastig om de leerstof in het onderwijs actueel te houden. Dit maakt dat alleen theoretische kennis niet afdoende is. De details van de specifieke beroepskennis wordt over het algemeen met name in de praktijk geleerd. Het onderwijs biedt een basis voor beroepsrichtingen en is gericht op voorbereiding op het arbeidsleven en persoonlijke ontwikkeling.