Hogere beroepsopleidingen

Hogere beroepsopleidingen, ook wel bekend als HBO in Nederland, zijn de andere vorm van onderwijs die over het algemeen onder het hoger onderwijs wordt geschaard. In andere landen is deze vorm van onderwijs bekend onder andere namen, zoals ‘college’ in Amerika. Het doel van hoger beroepsonderwijs of hogere beroepsopleidingen is in tegenstelling tot universitaire opleidingen niet het opleiden van studenten tot wetenschapper. Hogere beroepsopleidingen zijn er puur op gericht om mensen voor te bereiden voor een specifiek beroep, waarvoor bepaalde complexe kennis nodig is.

Een voorbeeld van dergelijke beroepen zijn architect, productontwerper of fysiotherapeut. Voor het uitoefenen van dergelijke beroepen is specifieke kennis vereist die men niet alleen op de werkvloer kan leren. Veelal zijn deze beroepen ook beschermd, of zal men zonder een hogere beroepsopleiding in het betreffende vakgebied vaak niet snel aan een baan kunnen komen.

Werkgevers zitten tegenwoordig vaak verlegen om goede vakmensen die zijn opgeleid met een hogere beroepsopleiding. Doordat kennis die is opgedaan op een hogere beroepsopleiding direct in de praktijk toepasbaar is, is een hogere beroepsopleiding vaak een belangrijk criterium voor het uitnodigen van mensen op sollicitatiegesprekken.

Voor hogere beroepsopleidingen en hoger beroepsonderwijs zijn vaak toelatingsvereisten van toepassing. In de meeste landen betekent dit dat de middelbare school of het equivalent daarvan moet worden afgerond met goede resultaten, of op een bepaald niveau.

Hogere beroepsopleidingen draaien om de praktijk en worden daarom vaak niet alleen onderwezen in klaslokalen, maar studenten doen ook kennis op in de praktijk. Dit houdt in dat als men een hogere beroepsopleiding volgt, men vaak ook een relevante stage in het vakgebied zal moeten lopen. Een dergelijke stage draait erom om de student bekend te laten worden met de praktijk, in plaats van alleen kennis uit boeken te verschaffen.

Ook dit is een belangrijk onderscheid met andere vormen van hoger onderwijs, met name de universiteit, waar het onderwijs minder gericht is op de praktijk en studenten veelal geen stage zullen hoeven lopen. Het voordeel dat studenten die hoger beroepsonderwijs hebben door het volgen van een stage, ten opzichte van studenten die dit niet hebben gedaan, is dat zij na het afronden van hun studie al beschikken over relevante werkervaring. Hiermee bereidt het hoger beroepsonderwijs studenten meteen voor op de arbeidsmarkt, hetgeen zeer gewenst is tegenwoordig.