Middelbare school
De middelbare school (ook wel: voortgezet onderwijs) is een systeem van onderwijs dat volgt op lager onderwijs oftewel de basisschool. Dit bestaat in de meeste landen en is in de meeste landen ook verplicht. Op de middelbare school leert men algemene vakken die nodig zijn voor het dagelijks leven. Denk bijvoorbeeld aan de moedertaal (in Nederland Nederlands) of rekenen, aardrijkskunde en wiskunde.
In Europa bestaan middelbare scholen op verschillende niveaus. Hierdoor worden leerlingen onderwezen op hun eigen niveau. Sommige leerlingen worden hier al voorbereid op beroepsonderwijs, en anderen op wetenschappelijk onderwijs.
Er bestaan echter ook andere landen, waar alle leerlingen middelbaar onderwijs op hetzelfde niveau volgen. Een voorbeeld hiervan zijn de Verenigde Staten.
Naast de moedertaal en rekenen worden ook andere vakken onderwezen op de middelbare school. Dit zijn vaak nog meer talen (meestal van de omringende landen, zoals wij hier Duits, Frans en Engels krijgen), geschiedenis, lichamelijke opvoeding en andere vakken.
Middelbaar onderwijs duurt een aantal jaren. Het kortst in Nederland is het voortgezet middelbaar beroepsonderwijs oftewel het VMBO, dat vier jaar duurt. Daarna volgt het hoger algemeen voortgezet onderwijs oftewel de HAVO, dat vijf jaar duurt. Het langst duurt het voortgezet wetenschappelijk onderwijs, oftewel het VWO, dit duurt zes jaar. Andere landen kennen vergelijkbare systemen: meestal duurt voortgezet onderwijs tussen de drie en zeven jaar.
Er bestaan ook speciale middelbare scholen die zich richten op een bepaalde niche. Er zijn in verschillende landen bijvoorbeeld speciale sportscholen, die zich richten op fysiek onderwijs naast het reguliere onderwijs.