Het Jenaplan-onderwijs

Jenaplanscholen behoren in Nederland tot de bijzondere scholen. Bijzondere scholen onderscheiden zich van openbare scholen door te onderwijzen vanuit een bepaalde levensbeschouwing of vanuit een specifieke opvoedkundige visie. Het Jenaplan-onderwijs verzorgt haar lessen vanuit een bepaalde pedagogische zienswijze, en kan in die zin worden vergeleken met bijvoorbeeld het Montessori-onderwijs, de Daltonscholen en het antroposofisch onderwijs.

Vernieuwingsonderwijs

Het Jenaplan-onderwijs stelt het kind centraal en niet de leerstof, zoals op vele andere scholen heel gebruikelijk is. Het centraal stellen van de leerstof wijst op een bepaalde rigiditeit van het huidige onderwijssysteem. Alle kinderen dienen dezelfde leerstof in dezelfde tijd door te worstelen, en deze manier van onderwijzen schiet ernstig tekort wat betreft de individuele eigenheid van kinderen, aldus het Jenaplan-onderwijs. Op Jenaplanscholen wordt dan ook gekeken naar de behoeften van elk uniek kind en wordt er gewerkt met stamgroepen van verschillende leeftijden. Het Jenaplan-onderwijs is ontstaan uit onvrede over de gang van zaken binnen het bestaande onderwijs, en de intentie was om het onderwijs om te vormen tot een meer kindvriendelijk systeem.

Peter Petersen

De grondlegger van het Jenaplan-onderwijs was Peter Petersen (1884-1952), een Duitse filosoof en pedagoog. Petersen was verbonden aan de universiteitsschool van het Duitse stadje Jena. Zijn vernieuwingsinzichten, die hij in 1927 reeds had gepresenteerd tijdens een onderwijsconferentie in Locarno, mocht hij in de praktijk brengen op de universitaire oefenschool. Het nieuwe onderwijsconcept van Petersen werd zodoende vernoemd naar het stadje Jena, alwaar hij al die jaren actief was geweest als pedagoog.

Suus Freudenthal-Lutter

In 1962 werd het onderwijssysteem uit Jena voor het eerst gepresenteerd in Nederland door Suus Freudenthal-Lutter (1908-1986). Ze had reeds veel belangstelling voor vernieuwende onderwijsconcepten, en toen ze de pedagogische ideeën van Petersen tegenkwam en diens werk in Jena verder ging bestuderen, werd ze razend enthousiast. De opening van de eerste Jenaplanschool in Nederland (Utrecht) liet dan ook niet lang op zich wachten en was in 1962 reeds een feit. Waarschijnlijk mede dankzij een zakelijke lening die zonder pardon kon worden afgesloten. Inmiddels telt Nederland zo’n 200 jenaplanscholen, waarvan het grote merendeel basisscholen zijn.

De fundamenten van het Jenaplan-onderwijs

Zoals gezegd staat het kind en zijn of haar behoeften centraal in het Jenaplan-onderwijs. Dit gegeven wordt aangevuld met een viertal pijlers waar deze vorm van onderwijs zich op baseert. Deze vier pijlers omvatten kringgesprekken, werken, spelen en het leven vieren! De laatste pijler behelst het vieren van zowel leuke als minder leuke of zelfs verdrietige gebeurtenissen. Dat wil zeggen: er wordt ook ruimte gecreëerd om te rouwen. Naast waarden als zelfstandigheid en verantwoordelijkheid is het samenleven ook enorm belangrijk. Hoe gaan we met elkaar om en hoe respecteren we de (unieke) behoeften van anderen. Deze waarden worden bijvoorbeeld besproken tijdens de kringgesprekken die regelmatig plaatsvinden. De genoemde vier pijlers zijn op een natuurlijke manier geïntegreerd in deze vorm van onderwijs, en maken het aanleren van andere vaardigheden zoals lezen, schrijven en rekenen, heel wat aangenamer voor een kind.