Hoger onderwijs in Amerika

Het hoger onderwijs in Amerika verschilt sterk van dat in Europa. Het begint al met de verdeling in verschillende onderwijsinstellingen: waar Nederland en andere Europese landen een systeem kennen waarin hoger onderwijs is onderverdeeld in hogescholen en universiteiten, bestaat het hoger onderwijs in Amerika uit zogenaamde ‘colleges’ en ‘universities’, oftewel universiteiten.

Universiteiten in Amerika zijn sterk gericht op wetenschappelijk onderwijs, net als in Nederland. Vaak zijn deze universiteiten echter alleen toegankelijk wanneer men een college-opleiding heeft gevolgd of een strenge toelatingstoets heeft gevolgd. Men gaat dan ook meestal niet direct uit de middelbare school naar een universiteit, zoals in Europa wel vaak kan.

Colleges daarentegen lijken meer op een hogeschool: zij bereiden mensen voor op de banenmarkt door een beroepsgerichte opleiding aan te bieden. Colleges functioneren echter ook als voorportaal voor universitaire opleidingen, waardoor er ook vakken gevolgd kunnen worden met een meer academisch karakter. Na een bepaalde periode kan men dan doorstromen naar de universiteit.

Het grootste verschil met hoger onderwijs in Europa ligt echter waarschijnlijk in de betaalbaarheid. De meeste Amerikanen kunnen een opleiding aan een universiteit of college meestal niet direct betalen, aangezien de kosten van een dergelijke opleiding tienduizenden dollars per jaar kan bedragen. Voor de hogere, meer prestigieuze universiteiten kan dit zelfs oplopen tot tonnen.

Door deze hoge collegekosten hebben instellingen voor hoger onderwijs in de Verenigde Staten echter wel een zeer groot budget, waardoor sommigen ook behoren tot de absolute wereldtop. Denk bijvoorbeeld aan Harvard en Yale, die consequent tot de beste universiteiten ter wereld worden gerekend. Veel buitenlandse studenten trekken dan ook ieder jaar naar de Verenigde Staten om te genieten van het hoger onderwijs daar. Het verschil tussen Amerikaanse instellingen onderling kan echter zeer groot zijn.